English-Dutch translations for real estate

• immobiliën
• onroerend goed
  Vrijwel niemand weet waarop het onderwerp deeltijdgebruik van onroerend goed betrekking heeft.. (NL) Hardly anyone knows what the subject of real estate timesharing is actually about.
  In 1970 nationaliseerde Tanzania sisalboerderijen, bedrijven en onroerend goed, waardoor de privé-sector te gronde gericht werd. In 1970, Tanzania nationalised sisal farms, businesses and real estate, killing its private sector.
  lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, uit veel verzoekschriften over deze kwestie blijkt dat het kopen van onroerend goed een echte uitdaging kan zijn.Member of the Commission. Mr President, many petitions on this issue show that buying real estate can be a real challenge.
• vastgoed
  De systeemrisico's die verbonden zijn aan de verschillende soorten fondsen, zoals private-equity-, vastgoed - en grondstoffenfondsen, lopen uiteraard uiteen. However, the systemic risks involved in the different types of funds, such as private equity, real estate and commodity funds, are, of course, different.

Definition of real estate

• Property that cannot easily be moved, usually buildings and the ground they are built on
• Space used for a particular purpose

Examples

• They failed to find any investors for the construction of new real estate on the north side
• Its free real estate

Related words

• real estate management
• real estate agent
• real estate transaction permit competence transfer ordinance
• real estate appraisal
• real estate market
• real estate broker
• real estate bubble
• real estate transfer tax
• piece of real estate